Combi 6

Ja. Het Combi-verwarmingstoestel mag in zuivere verwarmingsstand ook met leeg waterreservoir worden gebruikt.

1 Bedieningspaneel
2 Gasaansluiting
3 Magneetafsluiter
4 Gecombineerde verbrandingsluchttoevoer / rookgasafvoer
5 Verbrandingsluchtventilator
6 Gasbrander
7 Bougies
8 Verbrandingskamer
9 Vlampijp met keerschot
10 Ventilator
11 Warmtewisselaar
12 Elektrische verwarmingselementen
13 Vier warmeluchtuitgangen
14 Rvs waterreservoir 10 liter
15 Aansluitbuis warm water
16 Aansluitbuis koud water
17 Binnentemperatuurvoeler
18 Thermische HDF-mantel

Op het Truma Combi LCD-bedieningspaneel (1) wordt het verwarmingstoestel gestart en de gewenste temperatuur voor verwarming en warm water ingesteld. Het verwarmingstoestel is via de gasaansluiting (2) verbonden met de gastoevoer van het voertuig. Via de magneetafsluiter (3) wordt de gastoevoer naar het verwarmingstoestel geregeld. De benodigde verbrandingslucht komt via de buitenste buis van de gecombineerde verbrandingsluchttoevoer/rookgasafvoer (4) in het toestel en wordt met behulp van de verbrandingsluchtventilator (5) naar de gasbrander (6) getransporteerd. De gasbrander, die is voorzien van twee bougies (7) en een controlebougie, ontsteekt het gas-luchtmengsel in de verbrandingskamer (8).

De hete afvoergassen worden aan het einde van de verbrandingskamer tegen het keerschot van de vlambuis (9) omgebogen en stromen tussen de vlambuis van de brander en de binnenwand van de warmtewisselaar terug. Via de rookgasafvoer (4) gaan ze naar buiten.

De ventilator (10) transporteert de te verwarmen lucht in het binnenste van het apparaat. Daar stroomt de lucht langs de ribben van de warmtewisselaar (11), die door hun grote overdrachtoppervlak zorgen voor een optimale warmte-overdracht. In de warmtewisselaar bevinden zich ook de extra elektrische verwarmingselementen (12) van 1800 Watt. Hiermee kunnen water en/of warme lucht alternatief of extra worden verwarmd. Vervolgens wordt de warme lucht via vier warmeluchtuitlaten (13) in het voertuig verdeeld.

Het verswater bevindt zich in het buitenste rvs waterreservoir met een inhoud van tien liter (14). Daar wordt het door de warmte-overdracht van de warmtewisselaar (11) verhit. Door het excentrisch gevormde waterreservoir ontstaat een ‘warmwaterrol’ die zorgt voor een optimale vermenging van het water en een betere temperatuurverdeling. De warmwaterbuis (15) verbindt de Truma Combi met de warmwaterleidingen in keuken en bad. Koud water wordt uit de verswatertank via de koudwaterbuis (16) bijgepompt.

De in het voertuig aangebrachte binnentemperatuurvoeler (17) meet de luchttemperatuur in het voertuig. Ook de watertemperatuur wordt met behulp van de interne temperatuurvoeler gemeten. Vóór het bereiken van de gewenste verwarmings- en watertemperatuur vermindert het apparaat al de verwarmingscapaciteit. Als de ingestelde temperatuur is bereikt, schakelt de brander uit. Bij het onderschrijden van de ingestelde verwarmings- en watertemperaturen start de Truma Combi automatisch weer op om lucht en water te verwarmen (winterstand). In de zomerstand kan de warmwaterverhitting onafhankelijk van de verwarming worden gebruikt. De thermische HDF-mantel (18) zorgt voor een goede isolatie van de Truma Combi-verwarming.

Ja, verwarmen tijdens het rijden is met de Truma verwarmingstoestellen Combi en VarioHeat mogelijk.

Bij de verwarmingstoestellen Truma S en Trumatic S is het gebruik tijdens het rijden alleen mogelijk met een schoorsteenopzetstuk, waarvan de afvoer op geen enkele wijze kan worden belemmerd. Truma adviseert daarvoor het schoorsteenopzetstuk T-3 of het schoorsteenopzetstuk T-2. Anders kan de vlam terugslaan en schade aan de verwarming veroorzaken.

Het schoorsteenopzetstuk moet tenminste 10 cm boven dakopbouwen (kofferboxen, ski- of bagagedragers) uitsteken, zodat de verwarming feilloos werkt.

Voor het gebruik van de kachel tijdens het rijden is in de richtlijn UN ECE R 122 voor campers en caravans een veiligheidsafsluiter voorgeschreven. De gasdrukregelinstallatie Truma MonoControl CS voldoet aan deze eis. Door de inbouw van deze gasdrukregelaar, met een daarvoor eveneens geschikte gasinstallatie, is het gebruik van een typegekeurde vloeibaar-gasverwarming tijdens het rijden volgens de richtlijn UN ECE R 122 in heel Europa toegestaan. Nationale voorschriften en regelingen moeten in acht worden genomen.

Het waterreservoir moet regelmatig gedesinfecteerd en ontkalkt worden. Alle in de handel verkrijgbare reinigingsproducten uit kampeer-speciaalzaken zijn geschikt voor reiniging, desinfectie en onderhoud. In de handel verkrijgbare ontkalkingsproducten, azijnoplossing of citroenzuur kunnen worden gebruikt om het waterreservoir te ontkalken. Giet de reinigings- of ontkalkingsproducten in de aanbevolen mengverhouding via de watertoevoer in het waterreservoir en laat ze inwerken. Sluit het waterreservoir vervolgens grondig door met vers water.